Smith’ methode voor kleine imker
Voor de kleine imker of de hobby-imker die 12 tot 50 perfecte koninginnen wil telen is geen speciaal materiaal nodig. Het beste kun je telen als er een beetje of iets meer dracht is. Het gaat dan in elk geval beter dan dat er geen dracht is. Het is het best te beginnen als ook de dracht begint omdat er dan een overvloed aan stuifmeel en nectar wordt gehaald. Stuifmeel is net zo hard nodig als nectar.
Begin met uitgebouwde verse raat. Zet de kast met je teeltmoer wat naar achter met het vlieggat naar achter gedraaid. Op de plaats waar de kast met teeltmoer stond zet je een lege kast en je doet er twee ramen honig en stuifmeel in. Daartussen plaats je het raam met uitgebouwde raat.
Schudt nu de helft van de bijen uit de kast van de teeltmoer plus de teeltmoer in de nieuwe kast.
Binnen 24 uur heeft ze een mooi stuk raat met eitjes belegd. Als er genoeg zijn plaats je deze kast zonder bodem op de kast waar eerst de teeltmoer inzat. Tussen de twee bakken plaats je een moerrooster en je zet de koningin weer in de onderbak. Vlieggat weer aan de normale kant. Het volk moet goed worden gevoerd omdat we de larven willen hebben zodra ze uit het eitje komen.
Zodra de larven uit de eitjes komen zet je een sterk volk wat naar achter. Ervoor zet je een lege kast en je doet daar 2 ramen vol honing en stuifmeel in. Schud nu de helft van de bijen uit het sterke volk in deze lege kast. Zijn er niet genoeg bijen doe er dan bijen uit een ander volk bij. Let op dat de koningin niet mee gaat.
Snijdt nu de raat met hele jonge larfjes in repen zoals Jay Smith adviseert en monteer ze op twee latten in één raam. Hang dit raam tussen de twee ramen met honing en stuifmeel. Dit volk zal nu de larfjes aanblazen en de moerdoppen uitbouwen.
De volgende dag maak je broedafleggers met 2 ramen broed. Na negen dagen doppen verwijderen en enkele uren later een rijpe moerdop uit je pleegvolk geven.
That's all.