Mijn start als imker
Toen ik begon met bijenhouden waren er nagenoeg geen opleidingen zoals tegenwoordig. Je moest het leren van iemand die al bijen had en door het bezoeken van verenigingsavonden. Mijn eerste volkje kreeg ik in het voorjaar en er werd bij verteld dat ik doppen moest breken en ruimte moest geven om zwermen te voorkomen. Dat was het wel ongeveer en zo stond ik elke zondag doppen te breken. Het eerste jaar lukte het om geen zwerm te krijgen maar naarmate ik er meer over ging lezen besefte ik dat dit niet de manier was. Bovendien waren het geweldig agressieve bijen. Later kocht ik er nog een volkje bij en maakte ik het volgende voorjaar kunstzwermen omdat ik dat in een boek had gelezen. Het hoe en waarom begreep ik pas later. Na het maken van de kunstzwermen begon ik ruimte te geven om zwermen te voorkomen, maar de volken zwermden in juli toch. Hoe was dat nu mogelijk? En zo modderde ik maar aan. In juli slingerde ik wat honing en ik had soms wel 15 potjes honing per kast. Varroa bestrijden ging in september met Apistan strips en dan vielen er duizenden mijten uit een volk. Daarna kon je inwinteren. Eén jerrycan met Apivert per volk. Ik keek niet eens hoeveel voer er in het volk zat. Misschien zat elk raam wel helemaal vol met voer. En toch kwamen de volkjes elk voorjaar goed de winter uit. Wat een gedoe en wat een geklungel.
Toen ik verhuisde kon ik mijn bijen gewoon in de tuin zetten en toen begon eigenlijk het leerproces. Ik leerde op een juiste manier kunstzwermen te maken en manieren om honing te winnen. Nadeel was echter het temperament van de bijen. Soms moest ik doodstil in de struiken blijven staan tot de aanvallers zich terugtrokken. Daarna moest je zeker nog een paar uur oppassen als je op het terras, 50 meter van de bijenstand, zat. Al lezend kwam ik er achter dat bijenhouden ook anders kon en dat er veel rustiger bijen bestonden.
Op de bijenmarkt in Veenendaal stond een imker met een paar apideakastjes met daarin een bevruchte jonge Buckfastkoningin. Hij maakte de kastjes open en liet de koningin zien. Alles met blote handen en zonder kap. Dat had ik nog nooit gezien en ik was om. Die moest en zou ik ook hebben en ik kocht een kastje met koningin. Maar ja, nu moest die koningin in een volk gebracht worden. Ik had een gebruiksaanwijzing meegekregen maar het is makkelijker deze te lezen dan uit te voeren. Eerst maar eens de oude koningin verwijderen. Anderhalf uur wachten tot je de bijen onrustig over de voorzijde van de kast ziet lopen om de koningin te zoeken. Krantje met gaatjes op het voergat en het apideatje met geopende bodem er bovenop. En nu maar afwachten.
De volgende dag schermutselende zwarte en bruine bijen bij het vlieggat. Oef, als dat maar goed is gegaan. Na een paar dagen gekeken en warempel daar liep ze. Volledig geaccepteerd door mijn zwarte volk. Ik besefte niet dat ik enorm veel geluk had maar nu weet ik dat je zo geen koningin mag invoeren.
Het werd uiteindelijk een groot volk maar ik ging gewoon door met op de gebruikelijke manier te imkeren. Je weet niet beter.
Dan maar eens een paar koninginnen uit Denemarken laten komen. Deze ingevoerd in een schudzwerm met jonge bijen. Dat ging goed maar ik ging gewoon door met imkeren zoals ik het gewend was. Geen koninginnenteelt, toch kunstzwermen maken. De honingopbrengst begon toe te nemen. Ik zat op de goede weg.
Op een keer had ik wat kunstraat en ramen nodig die ik ging halen in een depôt van het Bijenhuis dat niet ver van mijn werk was gelegen. Daar maakte ik een praatje met de depothouder en hij liet me zijn bijenvolken zien. Zonder kap en handschoenen haalde hij de ramen uit zijn volken en liet me de kwaliteit van het broed zien en wees me op nog wat andere zaken. Dit was het. Ik wist het. Daarna leidde hij me naar een andere schuur waar wat starters doppen stonden aan te blazen. Die term had ik nog nooit gehoord en daar wilde ik meer van weten. Op die dag werd daar na jarenlang martelen de basis gelegd om koninginnen te telen. Ik heb het geleerd volgens de harde leerweg en ik weet wat de problemen zijn die jij tegenkomt.
Wil je je deze lange weg besparen volg dan een cursus bijenhouden maar lees vooral heel veel en denk er dan over na. Volg een cursus koninginnenteelt. Bezoek voorlichtingsdagen van NBV en van plaatselijke verenigingen. Blijf wel zelf nadenken en lezen.
Voor een zetje in de goede richting heb ik dat wat ik heb geleerd in een paar boeken beschreven.
De eerste: “Na de basiscursus” die je hier kunt bekijken en de tweede “Koninginnenteelt van A tot Z” die je hier kunt bekijken.