Moonlight mating

Moonlight mating klinkt als een romantische zomerse nacht die je samen met je geliefde doorbrengt maar dát wordt hier niet bedoeld.

Moonlight mating of CFTM (Controlled Flight Time Mating) is een methode om, door manipulatie van licht en temperatuur, de geselecteerde darren en jonge koninginnen hun bruidsvluchten uit te laten voeren als alle andere darren reeds in de volken zitten. Deze methode wordt ’s avonds uitgevoerd en heet daarom “Moonlight mating” hoewel de koninginnen en darren geen maanlicht te zien krijgen.

Het systeem vereist wel enige voorbereiding maar de resultaten zijn goed tot zeer goed te noemen. De methode wordt in België en Duitsland uitgevoerd. Men schijnt er ook gebruik van te maken bij de teelt van de Nordbiene.
In België past Marc Missotten deze methode toe en in Duitsland Esther Woll, Gilbert Bast, en Karl Decker. In Oostenrijk: Thomas Kodym. Allen met Buckfastbijen.

Om koninginnen met geselecteerde darren te laten paren staan ons eigenlijk maar twee methoden ter beschikking te weten:

• Aanparing op een geografisch geïsoleerd bevruchtingsstation en
• Kunstmatige inseminatie

Kleine eilanden en begrensde valleien kunnen de bijenpopulaties effectief isoleren. Kunstmatige inseminatie wordt wereldwijd in bijenonderzoek gebruikt maar is in de commerciële koninginnenproductie begrensd omdat het gespecialiseerde vaardigheden en duur gereedschap vereist. Verder kunnen kunstmatig geïnsemineerde koninginnen inferieur zijn aan natuurlijk aangepaarde koninginnen en kunnen een kortere levensverwachting hebben.

Omdat Mr Jo Horner, een Australische koninginnenteler uit Rylstone, New South Wales, veel last had van wilde bijenvolken in zijn omgeving heeft hij een origineel systeem ontwikkeld om toch natuurlijke gecontroleerde paringen op eigen stand uit te laten voeren. Het systeem kan tot 240 koninginnen geselecteerd aan laten paren op één enkele dag en dat is veel meer dan men met KI kan bereiken. En het systeem vereist geen geografisch geïsoleerde plaats.
Horner stuurt zijn darren en koninginnen aan door de tijd dat bruidsvluchten worden gemaakt te manipuleren. Bij natuurlijke aanparingen beginnen de darren kort na de middag met hun vluchten en gaan daarmee door tot 16.30 of 17.00 uur. Darren vliegen naar darrenverzamelplaatsen, specifieke gebieden in het landschap, die honderden of duizend darren aantrekken. Maagdelijke koninginnen vliegen naar zo’n verzamelplaats waar zij paren voordat ze weer naar hun eigen volkje terugkeren.

Om de aanparingen aan te sturen stelt Horner het paringstijdstip van zijn geselecteerde darren en koninginnen uit zodat de bruidsvluchten naar verzamelplaatsen later plaats vinden dan die van de andere ongewenste darren. Om de bruidsvluchten uit te stellen maakt hij gebruik van een gekoelde donkere ruimte op een temperatuur van 13 – 15 graad Celsius waarin de bevruchtingskastjes 2 dagen voor de bruidsvlucht worden geplaatst. Het grote voordeel van dit systeem ten opzichte van kunstmatige inseminatie is dat het technisch makkelijker uit te voeren is en dat de kwaliteit van de aangepaarde koninginnen beter is door de natuurlijke aanparing. Een trolleysysteem tussen de bevruchtingsplaats en de donkere ruimte maakt dat één enkele persoon de bevruchting van 240 koninginnen op één dag kan regelen.

Het rendement van het Horner systeem in termen van mislukte aanparingen is niet bekend. Er is door middel van 2 DNA testen het vaderschap van de werksters van deze koninginnen onderzocht en dat zag er goed uit.

Materialen en de methode
Horner stimuleert de productie van darren in zijn geselecteerde volken door 40 dagen voor een geplande bevruchting darrenraat in te hangen. Koninginnen worden geteeld volgens de standaardmethode. Vóór de bevruchting worden de belegde darrenraten van 3 moedervolken in één volk gehangen maar wel gescheiden van dat volk door een koninginnenrooster zodat de werksters zich door het hele volk kunnen bewegen maar de darren opgesloten zitten boven het volk. Horner gebruikt 10 van zulke samengestelde darrenvolken voor elke gecontroleerde aanparing.

Rijpe doppen worden aan bevruchtingsvolken gegeven. 4 bevruchtingsvolkjes in één kast. Het vlieggat is afgesloten door een moerrooster. Twee dagen vóór de aanparingen plaats vinden worden de bevruchtingskasten naar de donkere koele ruimte gebracht.
Eén dag voor de geplande aanparing worden om 18.00 uur de trolleys met bevruchtingskasten uit de donkere ruimte gereden en worden de koninginnen vrijgelaten om oriënteringsvluchten te maken. Na deze oriënteringsvluchten gaan de bevruchtingskasten terug naar de donkere ruimte. De volgende dag, weer na 18.00 uur worden de bevruchtingskasten weer uit de donkere ruimte gereden en op precies dezelfde plaats van de vorige dag gezet. Dan worden de koninginnen én de darren vrijgelaten die naar de darrenverzamelplaatsen vliegen en paren.

De juiste tijd om de koninginnen en darren los te laten wordt vastgesteld door een referentiekast. Horner observeert daar de darrenvlucht en en als hij geen darren meer waarneemt kunnen de darren en koninginnen een half uur later worden vrijgelaten. Meestal is dat rond 18.00 uur.

Om efficient te kunnen werken en de bevruchtingseenheden op precies dezelfde plaats te positioneren zijn er 6 spoorrails aangelegd. Op elke rail staat één trolley waarop 10 kasten met elk 4 bevruchtingsvolkjes staan. Elke avond komt de trolley op precies dezelfde plaats te staan. Verder zijn de kasten van kleuren en patronen voorzien. De bevruchtingsplaats zelf is van veel grote oriënteringspunten voorzien.

Horner laat zijn koninginnen in de bevruchtingskastjes tot het broed uitloopt en omdat hij gebruik maakt van lichtgekleurde bijen kan hij aan de hand van het uiterlijk van de uitlopende bijen al vaststellen of er een niet-gewenste paring met wilde volken heeft plaats gevonden.

Als je zelf van plan bent deze methode een keer uit te proberen doe dat dan in overleg met andere imkers in je buurt want als die op hetzelfde tijdstip ook deze methode toepassen had je het net zo goed niet hoeven te doen.

In België wordt aan een volk dat de darren zal leveren circa 40 dagen voor de aanparingen plaats zullen vinden darrenraat in een honingraam gegeven.
Als de raten zijn uitgebouwd en belegd worden zij boven op een volk in een honingkamer geplaatst. Onder deze honingkamer zit een koninginnenrooster zodat de bijen wel maar de darren de honingkamer niet kunnen verlaten.
De dag na de oriëntatievluchten van de koninginnen worden de bevruchtingsvolkjes om 18.00 uur weer op dezelfde plaats neergezet en worden de koninginnen vrijgelaten en de dekplank van het darrenvolk geopend. Na verloop van tijd keren de darren en de koninginnen weer terug naar hun eigen kast. De darren gaan gewoon via de geopende dekplank weer terug in hun gevangenis. Er zijn weinig darren die zich vervliegen.
Dit ritueel wordt 4 avonden achter elkaar uitgevoerd waarna de bevruchtingskastjes van een moerrooster worden voorzien.

Hier 2 foto's van Marc's darrenvolk met vliegkooi. Foto's verkregen via Jan ter Bork en met toestemming deze te publiceren.

Image00002 Image00003 Image00001

Mooie foto’s en een verslag vindt u op dit forum van Marc Missotten.

Heb je nog vragen? Of is iets onduidelijk? Laat het even weten in de reacties hieronder!

Log opnieuw in om te reageren.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.