Imkerweetjes

Regelmatig zie ik de vraag voorbij komen of de bijen nog genoeg voer hebben. November en december waren uitzonderlijk warm en er zijn veel volken die lang hebben doorgebroed. Bij een controle van de volken in december bezetten de 10 ramers 9 straatjes en de zesramers 5. Daaraan kun je al zien dat ze lang hebben doorgebroed. Dat betekent dat ze voer hebben gebruikt en het noodzakelijk is de wintervoorraad te controleren.
Het is wel zo dat een groot volk ‘s winters minder voer gebruikt dan een klein volk. Maar je kunt het beter controleren.
Eén manier is om de kast aan de achterzijde op te lichten en te voelen hoe het gewicht is. Is de kast aan de lichte kant dan moet je oppassen. Een andere manier is gewoon de dekplank eraf en zonder de ramen te lichten kijken of de ramen nog veel verzegeld voer bevatten. Zijn ze niet meer verzegeld dan moet je ook hier oppassen. Als de bijen diep zitten hebben ze gewoonlijk voldoende voer.

Als je hebt geconstateerd dat de voervoorraad onvoldoende is neem je een pak voederdeeg en maak je een gat in de verpakking. Leg dit pak voer met het gat naar beneden op het voergat en druk het voerdeeg naar beneden zodat de bijen er contact mee maken en weten dat er voer is. Geef geen suikeroplossing!

Een tweede gevaarlijke periode is laat in de winter. De bijen hebben dan broed. Als er dan een koude periode aanbreekt gaan ze weer op de tros en laten het broed niet in de steek. Hierdoor komen zij ver van het voer in de raten te zitten en kan het volk verhongeren doordat zij het voer niet kunnen bereiken. Soms zit er maar 1 cm tussen de dode bijen in de raat en de rand met voer. Maar toch konden ze er niet bij. Zorg ook hier voordat de koude periode aanbreekt dat je voederdeeg tussen de raten perst tot op de tros.

Allemaal een goede uitwintering toegewenst.