Begin van dit seizoen kreeg ik een volk met waarschijnlijk een F2 of F3 koningin erin. Het volk was ondeugend en in feite niet te benaderen zonder rook, kap en handschoenen. Die koningin moest dus worden vervangen.
Nadat de nieuw geteelde koninginnen aan de leg waren gegaan werd de koningin uit het defensieve volk gehaald en tien dagen later werden de doppen gebroken. De volgende dag werd een nieuwe koningin gegeven maar deze werd niet geaccepteerd. Normaliter gebeurt mij dat niet maar kennelijk had ik toch een dop(je) over het hoofd gezien. Een beetje eigendunk is weleens toegestaan :-). Bij de controle vond ik echter niets.
Dan maar een raam brias erin en een paar dagen later was er nog steeds geen dop aangezet. Er zat dus wel een koningin in.
Bij de controle geen koningin gevonden.
Onder het volk een lege broedkamer geplaatst en het hele volk erin afgeslagen. Moerrooster op de onderste bak en alle raten boven het moerrooster. Zo zou het volk wel door het rooster trekken naar de raten er boven en de darren en koningin zouden dan wel in de lege onderbak blijven.
Twee dagen later het gezeefde bovenvolk opzij gezet en in de onderbak gekeken. Veel darren, bijen die door het rooster wilden maar geen koningin te zien. Dan maar de inhoud van de onderbak op een bord voor de kast gestort zodat ik waarschijnlijk de koningin wel naar binnen zou zien lopen. Geen koningin gezien.
Twee dagen later de onderbak op een nieuwe bodem opzij gezet en gevuld met raten en wat jonge bijen zodat de aanwezige oude bijen konden afvliegen. In middels het moerloze hoofdvolk een koningin gegeven die werd geaccepteerd.
Weer twee dagen later het afgevlogen volk gecontroleerd. Geen koningin te zien. Dan maar een raam brias van een P moer erin gehangen met een paar gekliefde cellen à la Mel Disselkoen.
Toch begin je langzaam aan jezelf te twijfelen. Gaan de ogen achteruit? Weet je niet meer hoe een koningin eruit ziet?
Drie dagen later is er nog geen dop aangezet en besluit ik nog een keer te controleren. De bijen renden over de raat en veel bijen klonterden samen bovenaan de raten en zaten met hun kop in de cellen van de honing te snoepen. Dan maar tussen die snoepende bijen zoeken. Op de tweede of derde raat zag ik een bij met een afwijkende kleur met de kop in een honingcel. Ze was ongeveer even groot als een werkster maar met een puntiger abdomen en de onmiskenbare kleur van een koningin met bruine poten. Daar was ze dus. De smiecht. Ik heb haar eerst eens goed bekeken en toen geëlimineerd.
De volgende dag kon ik veilig een koningin invoeren.
Dat zo’n klein koninginnetje je zoveel werk kan geven.
[content_block id=5392]