Vorig jaar zijn er al veel cursussen koninginnenteelt niet doorgegaan in verband met Covid19. Voor 2021 ziet het er niet veel anders uit. Wil je toch een cursus koninginnenteelt volgen dan kan dat hier. Januari, februari en maart zijn de ideale maanden om je voor te bereiden op de praktijk in mei en juni.
Ik heb een onderwijsakte en dus pedagogisch-didactische ervaring om een cursus als deze zorgvuldig samen te stellen en te voorzien van voldoende documentatie zodat je nog dit jaar koninginnen kunt gaan telen.
Je kunt deze cursus volgen waar en wanneer je maar wilt en los van de Covid19-maatregelen.
In deze cursus vind je een gedegen stuk theoretische en praktische kennis. Als je die hebt bestudeerd rest alleen nog de aanschaf van materiaal en het zoeken van een imker waar je de larfjes kunt halen en misschien heb je zelf wel een teeltmoer.
Het kunstje om een larf te verplaatsen is niet zo moeilijk en heb je met wat oefening binnen een uur onder de knie. Belangrijker is echter een gedegen theoretische kennis van de koninginnenteelt. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk te weten aan welke criteria een volk, starter en pleegvolk dienen te voldoen om perfecte koninginnen te kunnen telen.
Daarvoor hoef je niet 8 of 10 keer 50 km voor te rijden om je die kennis eigen te maken.
Dat kan hier, nu en overal waar en wanneer je dat wilt.
De cursus geeft je inzicht in de eenvoudige genetica bij de honingbij, de voorwaarden om goede koninginnen te telen, teeltmethoden, starters, pleegvolken, bevruchtingkastjes en het invoeren van je zelf geteelde koninginnen in volken.
Bovendien kun je mijn e-book "koninginnenteelt van A tot Z" en "Betere koninginnen" downloaden.
De cursus bevat 15 downloadbare lessen en kost 75 euro.
Klik op onderstaande link en bestel de cursus.
Ik wil nu de cursus kopen!
Lees hier de algemene voorwaarden.
De cursus bestaat uit de volgende lessen:
- Les 1: Koninginnen die in een volk kunnen voorkomen
- Les 2: Waarom koninginnenteelt?
- Les 3: Voorwaarden om goede koninginnen te telen;
Voor we ons daadwerkelijk gaan bezighouden met de koninginnenteelt moet ik opmerken dat het van het grootste belang is dat er door ons perfecte koninginnen worden geteeld. Perfecte koninginnen gaan langer mee, worden beter aangenomen, zijn vruchtbaar en vitaal.
- Les 4: Zwermen en zwermcondities
Koninginnen telen is niet alleen het kunstje beheersen om een larve jonger dan 36 uur in een cup te plaatsen. Koninginnen telen is ook de condities kennen waaronder een perfecte koningin kan worden gekweekt. Deze condities moeten we nabootsen, of nog beter evenaren, om zelf perfecte koninginnen te kunnen telen.
- Toets 1 (Na les 4)
Om verder te gaan met de lesstof dien je nu een tentamen te maken over de voorgaande 4 lessen.
Hieronder vind je de toets.
- Les 5: Diverse methoden om goede koninginnen te telen
In deze les worden de methoden besproken om goede koninginnen te telen.
Na deze les kun je aangeven waarom deze methoden beter zijn dan de algemeen toegepaste overlarfmethode met larfnaald.
Methode Jay Smith
Voor de kleine imker of de hobby-imker die 12 tot 50 perfecte koninginnen wil telen is geen speciaal materiaal nodig.
- Les 6: Starters
In deze les leer je verschillende starters te maken. Allemaal hebben ze zo hun voor- en nadelen. Je gebruikt die starter die jou in bepaalde omstandigheden het beste uitkomt.
In de vorige lessen heb ik het er al over gehad. Als je gaat overlarven dient er een starter gereed te staan om de larven in te hangen. Er zijn verschillende soorten starters die we hier zullen bespreken. Kies voor jouw situatie de makkelijkste of meest praktische methode.
Starter 1: Drieramer als starter......
- Toets 2 (na les 6)
- Les 7: Teeltschema en overlarven
In deze les leer je:
Welke bijen er in de bijenkast voorkomen en waar zij zich in de kast ophouden;
Wanneer en hoe bijen één of meerdere koninginnen telen;
Het tijdplan voor het telen van een koningin;
Benodigde materialen om te starten met de koninginnenteelt;
3 succesvolle starters;
- Les 8: Pleegvolken
Na deze les kun je een aantal soorten pleegvolken opnoemen met hun specifieke voor- en nadelen. Je kent de condities waaraan een goed pleegvolk moet voldoen en hoe je dat kunt bereiken.
- Toets 3 (na les 8)
Dit is de toets voor les 8
- Les 9: Bevruchtingskastjes
In deze les bespreken we een aantal veel voorkomende bevruchtingskastjes. Na het doorwerken van de les kent u de verschillende bevruchtingskastjes met hun voor- en nadelen.
- Les 10: Het vullen en opstellen van bevruchtingskastjes met bijen
- Toets 4 (na les 10)
- Les 11: Wat doen we met de koninginnen? (informatief)
Met de geteelde koninginnen kun je verschillende dingen doen. Je kunt ze invoeren in een volk(je) of bewaren.
In deze les staan verschillende mogelijkheden. Kies die methode die voor jou het meest van toepassing is.
- Les 12: Mendel
Voordat we de erfelijkheid bij de honingbij bekijken gaan we eerst naar de algemeen geldende wetten voor de overdracht van erfelijke factoren.
Deze algemeen geldende wetten zijn door nauwkeurige proeven en waarnemingen gevonden door Augustijnermonnik Gregor MENDEL (1822-1884).
- Les 13: Beginselen van de genetica bij bijen 1
Waarom doe je bepaalde handelingen en waarom teel je koninginnen uit een bepaald volk?
Waarom breng je dit jaar je onbevruchte koninginnen naar bijvoorbeeld het Duitse waddeneiland Baltrum in plaats van naar Ameland waar je altijd je koninginnen liet bevruchten?
Bovenstaande keuzes kun je na afloop van deze cursus bewust maken omdat je dan de benodigde kennis bezit.
- Les 14: Beginselen van genetica bij bijen 2
Wat leer je in deze les?
Het verschil tussen genotype of genoom en fenotype.
Het verschil tussen dominant en recessief.
Wat er gebeurt als je één of meerdere volken gaat intelen.
- Les 15: Voortplanting zoogdieren versus honingbijen
Bij voortplanting van zoogdieren is er voor ieder individu een vader en een moeder nodig. Dit geldt zowel voor mannelijke als vrouwelijke individuen.
In het schema hieronder is dit aangegeven.
- Toets Genetica
- Les 16: Epigenetica
In deze les leer je waarom een koningin een koningin is met zeer afwijkende vorm en gedrag t.o.v. een werkster hoewel het zussen van elkaar zijn en dezelfde DNA-structuur hebben.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden begeven we ons op het gebied van de epigenetica.
- Les 17: Samenvatting
- Jouw Scorebord